Het verhaal van Ola
- Naam: Ola
- Leeftijd: 29
- Woonde in: Raqqa
- Met: haar man Farhan
- Beroep: bestuurssecretaresse, docent en communicatiemedewerker op een universiteit
- Woont nu: in Zaandam
- Met: Farhan en zoon Omar (2)
”Ik mocht niet omkijken. Farhan werd door de Griekse douane opgepakt en ik moest alleen het vliegtuig naar Nederland in. Ik was hoogzwanger, ik moest een veilige plek hebben om te bevallen. Ik kon niet omkijken om te zien wat ze met mijn man deden.”
‘Als ze door zouden hebben dat we bij elkaar hoorden, zouden ze mij ook oppakken en dan was alles voor niets geweest. We hadden afgesproken om apart van elkaar door de grenscontrole te gaan. Ik werd er niet uit gepikt. Mijn valse paspoort was beter dan dat van Farhan. Het was ook duurder, we hadden geen geld voor twee goede vervalsingen. Vluchten is heel duur en heel gevaarlijk. Maar Raqqa is nog gevaarlijker. Het is de hoofdstad van IS. Journalisten worden er vermoord, burgers kunnen geen kant op. Raqqa ligt maar negentig kilometer van de grens met Turkije, maar we hebben er vier uur over gedaan om daar te komen. We moesten langs heel veel checkpoints van IS. Bij elk checkpoint was ik bang dat ze Farhan zouden oppakken. In Turkije konden we niet blijven. Farhan werkte de hele dag, onder heel zware omstandigheden. Soms wel twaalf uur achter elkaar, voor een dagloon van vijf euro. Dat kon niet. We zijn met een rubberbootje naar Griekenland gevaren. 36 Mensen zaten er op die boot. Toen onze boot op de rotsen van de Griekse kust botste, viel iedereen overboord. De anderen schreeuwden: help die zwangere vrouw! In het moeilijkste moment van hun leven schreeuwden ze om hulp. Niet voor zichzelf, maar voor mij.’
Vluchten is heel duur en heel gevaarlijk. Maar Raqqa is nog gevaarlijker.
Hoop en vrees
‘In Nederland heb ik bij de IND elke dag naar mijn man gevraagd. Ze begonnen me te kennen: daar heb je die zwangere vrouw weer. Maar ze konden ons niet bij elkaar brengen. Farhan zat inmiddels in Oostenrijk en moest daar zijn aanvraag afwachten. Ik was er kapot van. Hij was er niet bij toen Omar werd geboren. Pas na veertig dagen heeft hij hem gezien. Hij heeft de procedures niet afgewacht en is me op komen zoeken, zonder dat ik het wist. Plotseling stond hij voor mijn neus. Wat een verrassing! Maar de hereniging was van korte duur. We zijn samen naar de IND gegaan, maar daar waren ze niet blij dat we niet de formele weg hadden genomen. Farhan werd in kamp Oranje geplaatst, en ik zat in Almere. Zo konden we nog niet samen zijn. De regels waren blijkbaar belangrijker. Pas na een jaar kregen we samen een huis in Zaandam. Hier komen vaak ambulances langs, en Omar is dol op de sirenes. Dan klimt hij snel op de vensterbank om te kijken.’
Spullen
‘Ik heb mijn diploma van de universiteit nog. Ik heb Arabische literatuur gestudeerd. Mijn diploma is vlekkerig, het is nat geworden toen ik in de Middellandse Zee viel. Als je vlucht, kan je bijna niets meenemen. En smokkelaars doen er alles aan om zo veel mogelijk mensen op een boot te krijgen. Ze bevelen mensen om hun tassen overboord te gooien. Mensen hebben daar herinneringen in zitten: een kledingstuk met de geur van hun kindje, een cadeau van hun echtgenote, of geld en papieren. Dat kan die smokkelaars niks schelen, het gaat hen alleen om het geld. Het zijn slechte mensen, die hun macht misbruiken. Voor jou tien anderen; als je weigert, staat er aan wal nog een hele rij te wachten op een overtocht, dan stap je maar uit. Je hebt ze nodig, dus je doet wat ze zeggen.’
Mijn diploma is vlekkerig, het is nat geworden toen ik in de Middellandse Zee viel.
Familie
‘Mijn schoonmoeder heeft me gesmeekt om haar zoon mee te nemen uit Raqqa. Zij en haar man zijn daar nog. We hebben al drie maanden geen contact met ze gehad. We zijn erg bezorgd. Ook mijn vader is nog in Syrië. Mijn moeder zit met mijn twee jongste broertjes, een tweeling van 9, in Duitsland. Het gaat niet goed met mijn moeder. Aan de vlucht heeft ze een pijnlijke knie overgehouden en ze mist mijn vader erg. Ze wachten op gezinshereniging, maar dat kan nog jaren duren.’
Toekomst
‘Als het veilig was, zouden we vandaag nog terug gaan naar Raqqa. Farhan was er advocaat en ik werkte 10 uur per dag op de universiteit. Hier wil ik dus ook veel doen. We doen vrijwilligerswerk in het verzorgingshuis, bij het jeugdwijkteam, bij PAX en bij Vluchtelingenwerk. Op die manier hebben we veel contact met Nederlandse mensen. Dat vind ik belangrijk, want ik woon hier. Ik ben bezig met mijn inburgeringsexamen en ik wil een master aan de Universiteit van Amsterdam gaan volgen. En ik schrijf columns voor een tijdschrift. Maar het zal wel even duren voor ik weer werk heb op niveau. Ik moet hier opnieuw beginnen, in een andere taal, in en andere omgeving. Dat is best moeilijk.’
Interview: Mies Mikx
Foto: Lize Kraan